Onbruikbaar papier

Vermijd het gebruik van volgende papiersoorten. Het kan papierstoringen of andere storingen veroorzaken.
  • Papier met een glad oppervlak, ruw papier en papier met verschillende ruwheden aan de voor- en achterkant
  • Papier dat te dik of te dun is
  • Papier met veel papierstof
  • Papier met korte vezel (niet gebruiken voor verticale invoer.)
  • Nat (vochtig) papier
  • Papier met krullen, verbuigingen of golven door de vochtigheid
  • Papier dat vastzit door statische elektriciteit
  • Papier en enveloppen die gestructureerd, gegaufreerd of gecoat zijn
  • Papier speciaal verwerkt met lijm, chemicaliën enz.
  • Speciaal verwerkt papier zonder hittebestendigheid (230°C)
  • Papier met gaten, perforaties, inkepingen, gaten voor bindmiddel
  • Papier met onregelmatigheden, breuken, bramen enz. op het snijvlak van het papier
  • Niet-rechthoekig papier, of papier waarvan de snijhoek misvormd is
  • Papier of enveloppen met rimpels, kromgetrokken, met gebogen hoeken, gewelfd, gevouwen, gescheurd enz.
  • Papier met nietjes, clips, linten, tapes, sluitingen enz.
  • Speciaal behandeld papier zoals carbonpapier, niet-carbonpapier, thermisch papier en impactpapier
  • Thermisch transferprinterpapier, inkjetpapier, nat PPC-papier, kopieerpapier, Japans papier enz.
  • Enveloppen beplakt met postzegels

  • Te dikke enveloppen
  • Envelop van kunststof
  • Dubbele enveloppen met binnentassen
  • Enveloppen met sluitingen, knoppen of vensters
  • Enveloppen geplakt met dubbelzijdige tape of met lijm op de flap
  • Waterafstotende enveloppen