Probleemoplossingen voor draadloos-LAN-verbinding

Voor Windows/macOS
Oorzaak
Oplossing
Meer info

Er wordt een crossoverkabel gebruikt.

Gebruik een omhulde kabel.

-

Er is een probleem met de compatibiliteit met de hub.

Druk verschillende keren op de scrolltoetsen op het bedieningspaneel om de juiste verbinding te kiezen uit [Admin Setup (Beheerdersinst.)] - [Network Setup (Netwerk instellingen)] - [Wired(LAN1) Setup (Bedrade (LAN1) -instelling)] - [HUB Link Setting (Hub Link instellingen)].

Zie de gebruiksaanwijzing die bij de hub wordt geleverd.

-

Bedrade LAN (LAN1)-instellingen zijn niet geschikt.

Controleer de bedrade LAN (LAN1)-instellingen.

Bedrade LAN-instellingen zijn niet geschikt.

Ofwel het standaard bekabelde LAN (LAN1) of het draadloze LAN is ingeschakeld voor het gateway-adres. Selecteer de standaard bekabelde LAN (LAN1) from [Admin Setup (Beheerdersinst.)] - [Network Setup (Netwerk instellingen)] - [General Setup (Algemene instellingen)] - [Enabling Default Gateway (Standaard gateway inschakelen)].

Afhankelijk van het netwerkapparaat dat u gebruikt, kan de verbinding onstabiel worden als Energy Efficient Ethernet (EEE) van het bekabelde netwerk (LAN1) van dit apparaat is ingeschakeld.

Controleer of de schakelhub Energy Efficient Ethernet (EEE) ondersteunt.
Als dit wordt ondersteund, wijzigt u [Admin Setup (Beheerdersinst.)] - [Network Setup (Netwerk instellingen)] - [Wired (LAN1) Setup (Bedrade (LAN1) -instelling)] - [Energy Efficient Ethernet (Energiezuinig Ethernet)] in [Disable (Uitgeschakeld)] op de webpagina van dit apparaat en controleert u of dit verbetert.


Voor Windows
Oorzaak
Oplossing
Meer info

Het IP-adres is onjuist.

  • Zorg ervoor dat het IP-adres van dit apparaat overeenkomt met het adres dat op de pc is ingesteld.

  • Zorg ervoor dat het IP-adres niet overlapt met dat van andere apparaten.

  • Als [IP Address Set (IP-adresinstelling)] is ingesteld op [Auto (Automatisch)], kan het adres dynamisch veranderen. Als de instelling vaak verandert, wijzigt u [IP Address Set (IP-adresinstelling)] van dit apparaat in [Manual (Handmatig)] en stemt u het IP-adres van dit apparaat af op het adres dat op de pc is ingesteld.
  • Controleer of het IP-adres, subnet mask en gateway-adres correct zijn ingesteld.

  • Zorg ervoor dat de printpoort van het printerstuurprogramma correct is.
  • Voor de OKI LPR Utility controleert u de instellingen van het IP-adres met de OKI LPR Utility.

De WSD-poort is in gebruik.

Als de afdrukpoort niet goed werkt met [WSD], geeft u het IP-adres of de korte printernaam van dit apparaat op in de standaard TCP/IP-poort en voegt u de afdrukpoort toe.

-