Een wachtwoord instellen en de afdrukgegevens coderen (gecodeerde beveiligingsafdruk)

U kunt uw documenten versleutelen voordat u ze verzendt vanaf een computer naar deze machine. Het document wordt niet geprint en opgeslagen in een versleuteld formaat in het interne geheugen van deze machine totdat u het geregistreerde wachtwoord invoert op het bediening paneel. U kunt ongeautoriseerde toegang voorkomen tot vertrouwelijke informatie.

Opmerking

  • Wanneer u de doorgestuurde gegevens niet kunt opslaan door onvoldoende vrije ruimte in het interne geheugen van de machine, wordt er een boodschap weergegeven om u te informeren dat het bestand systeem vol is, en de print taak wordt niet uitgevoerd.

  • Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.

  • U kunt deze functie niet gebruiken met de poster printen functie en de boekje printen functie met de Windows PCL printer driver wanneer u deze machine deelt via de print server.

  • Wanneer u deze functie gebruikt, verwijder dan het [Give Priority to the host release] controle venster.

    Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan

U kunt een bestand versleutelen om te printen. De versleutelde gegevens worden opgeslagen in het geheugen van deze machine. U kunt de gegevens niet printen voordat u het wachtwoord invoert op het bediening paneel.

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.

  3. klik op [Preferences].

  4. Kies het [Job Options] label.

  5. Kies [Encrypted Secure Print].

  6. Voer een wachtwoord in [Password (Wachtwoord)].

  7. Klik op [OK].

  8. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK (OK)].

  9. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].

    De afdrukopdracht is naar de machine verzonden, maar wordt niet afgedrukt.

    Memo

    De afdruktaak opgeslagen in het geheugen wordt automatisch verwijderd, als afdrukken voltooid is of een bepaalde periode niet afgedrukt. Als er een fout optreedt bij het verzenden van de gegevens of de opdracht wordt gewijzigd nadat ze zijn verzonden, wordt de opdracht automatisch verwijderd.

Print een versleuteld en wachtwoord-beveiligde print taak opgeslagen in het interne geheugen van de printer.

  1. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.

  2. Druk op [Encrypted Job].

  3. Voer het wachtwoord in dat u op de computer hebt ingesteld en druk vervolgens op [OK (OK)].

  4. Zijn geverifieerde afdruktaken vermeld, druk dan op [Print (Afdrukken)] voor de taken die u wilt afdrukken.

    Om alle weergegeven afdruktaken af te drukken, druk op [Print All (Alles afdrukken)].

    Druk op [Delete (Verwijderen)] voor het verwijderen van gespecificeerde geverifieerde taken. Druk op [Delete All (Alles verwijderen)] voor het verwijderen van alle geverifieerde taken in de lijst.