Verbinden via een toegangspunt (infrastructuur)

  • Plaats dit apparaat in een positie met onbelemmerd zicht in de buurt van het draadloos LAN-toegangspunt. (De aanbevolen afstand is 30 m of minder.)
  • Het kan moeilijk zijn om te verbinden als er zich een metalen muur, aluminium muur of een muur van gewapend beton tussen dit apparaat en het draadloos LAN-toegangspunt bevindt.
  • Als u 2,4 GHz voor een verbinding gebruikt, gebruik het dan binnen het bereik van 1 tot 11ch. 12ch en 13ch zijn mogelijk beschikbaar afhankelijk van het land of de regio.

1. De draadloze LAN-functie inschakelen

2. Infrastructuur inschakelen

3. Het IP-adres instellen

4. Met het draadloze toegangspunt verbinden

4-2. Verbinding maken door een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren

4-1. Verbinden met WPS

4-3. Handmatige installatie en aansluiting

5. Een geldig standaard gateway kiezen

6. De verbinding vanaf een computer controleren