Instellen Marges (Marge)

De margefunctie stelt u in staat om marges in te stellen. Deze functie is nuttig wanneer u wilt nieten of gaten wilt maken in kopieën. U kunt instellen de bovenkant, onderkant, rechter en linker marges via het specificeren van de [Top] en [Left] waardes.

Voor staand printen

  • Specificeren van de linker marge is geschikt voor lange hoek binden printen.

  • Specificeren van de bovenste marge is geschikt voor korte hoek binden printen.

Voor liggend printen

  • Specificeren van de linker marge is geschikt voor korte hoek binden printen.

  • Specificeren van de bovenste marge is geschikt voor lange hoek binden printen.

Opmerking

  • Een deel van het document zal waarschijnlijk niet worden gekopieerd.

  • De opgegeven margewaarden blijven van toepassing zelfs nadat u het zoompercentage heeft gewijzigd.

  • Om een document in uw verkozen oriëntatie te kopiëren, specificeer de oriëntatie in [Direction] vooraf.

    De documentrichting instellen 8Richting)

Memo

  • Wanneer alle waardes zijn ingesteld naar [0], wordt [Margin] uitgeschakeld.

  • U kunt [Margin] als standaard instellen zodat u geen marges hoeft in te stellen iedere keer dat u kopieën maakt.

  • De waarde van de marge kan worden gewijzigd vanaf [Device Settings] > [Admin Setup] > [Copy Setup] > [Default Settings] > [Margin].

Stel marges in naar een simplex document voor het kopiëren.

[Direction (Richting)] correct instellen.

De documentrichting instellen 8Richting)

  1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop

  2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.

  3. Druk op [Margin] op het [Advanced] label.

  4. Om de linker- of rechtermarge in te stellen, geeft u een marge in [Left (Links)] of [Front (Voorzijde)] op met behulp van het numerieke toetsenblok of door te drukken op , , en [+/- (+/-)].

    • Specificeer een positieve waarde om een marge aan de linkerzijde van de uitvoer te creëren.

    • Specificeer een negatieve waarde om een marge aan de rechterzijde te creëren.

  5. Om de boven- of ondermarge in te stellen, geeft u een marge in [Top (Boven)] of [Front (Voorzijde)] op met behulp van het numerieke toetsenblok of door te drukken op , , en [+/- (+/-)], en druk vervolgens op [OK (OK)].

    • Specificeer een positieve waarde om een marge bovenaan de uitvoer te creëren.

    • Specificeer een negatieve waarde om een marge onderaan de uitvoer te creëren.

    Memo

    • U hoeft niet de [Back] marge in te stellen wanneer u kopieert op een enkele zijde.

    • Wanneer u drukt op [Cancel], gaat het scherm terug naar het vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan.

  6. Druk op de (START) knop.

Wanneer u dubbelzijdige kopieën maakt met [Margin] ingeschakeld, moet u de marge [Back] specificeren.

[Direction (Richting)] correct instellen.

De documentrichting instellen 8Richting)

  1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop

  2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.

  3. Druk op [Duplex Copy] op het [Copy] of [Basic] label.

  4. Druk op [Margin] op het [Advanced] label.

  5. Stel ieder marge in van [Front] en [Back].

    • Voor portret documenten met binding op de lange hoek

    1. Voer waardes in bij [Left].

    Voer een positieve waarde in bij [Front].

    Voer een negatieve waarde in bij [Back].

    • Voor portret documenten met binding op de korte hoek

    1. Voer waardes in bij [Top].

    Voer een positieve waarde in bij [Front].

    Voer een negatieve waarde in bij [Back].

    • Voor portret documenten met binding op de lange hoek

    1. Voer waardes in bij [Top].

    Voer een positieve waarde in bij [Front].

    Voer een negatieve waarde in bij [Back].

    • Voor landschap documenten met binding op de korte hoek

    1. Voer waardes in bij [Left].

    Voer een positieve waarde in bij [Front].

    Voer een negatieve waarde in bij [Back].

  6. Druk op de (START) knop.

Memo

  • De margeposities komen overeen met [Direction].

  • Wanneer u de document glasplaat gebruikt, wordt Continu Scannen automatisch ingeschakeld. Volg de instructies op het scherm.