Faxinstelling
Onderdeel |
Fabrieksinstelling |
Beschrijving |
|||
---|---|---|---|---|---|
Standaardinstellingen |
Resolutie |
Normaal |
Stelt de standaardinstelling voor beeldkwaliteit in. |
||
Achtergrondverwijdering |
Auto |
Stelt de standaardinstellingen van de achtergrondverwijdering in. |
|||
Dichtheid |
0 |
Stelt de standaarddichtheid van het scannen in. |
|||
Scan Grootte |
Auto |
Stelt het standaard scanformaat in. |
|||
Continu scannen (glasplaat) |
UIT |
Stelt in of de continu scannen wordt gebruikt of niet. |
|||
Continu Scan (ADF) |
UIT |
||||
Preview |
UIT |
Stelt de preview van de te verzenden afbeelding in. |
|||
Rand wissen |
Instelling |
UIT |
Stelt in of de randschaduw die op de faxscanafbeelding gecreëerd is, verwijderd wordt of niet. |
||
Breedte |
2 mm (0.1 inch) |
Stelt een verwijderingsbreedte op de faxscanafbeelding in. |
|||
TTI |
AAN |
Stelt in of de naam van de afzender aan de header van de verzonden fax standaard wordt toegevoegd. |
|||
Zenden confirmatie rapport |
UIT of AAN |
Stelt in of de transmissieresultaten automatisch worden afgedrukt of niet. |
|||
Geheugen Tx |
AAN |
Stelt in of geheugenverzending (AAN) of real-time verzending (UIT) standaard wordt gebruikt. |
|||
Configureer afkortingen |
01: Handmatig kiezen 02: Snelkeuze Oproep 03: Groep lijst 04: Opnieuw bellen 05: Niet aan de haak 06: Resolutie |
Stelt de afkort knop in voor het [Fax] label. |
|||
Venster voor F-code |
Bewerken/registreren |
Vertrouwelijk venster |
Venster naam |
(NUL) |
Stelt de naam voor vertrouwelijke vensters in. U kunt tot 16 karakters invoeren. |
Sub-adres |
(NULL) |
Stelt het sub-adres voor vertrouwelijke vensters in. U kunt tot 20 karakters invoeren. |
|||
Wachtwoord |
(NULL) |
Stelt het wachtwoord voor het vertrouwelijke vak in. U kunt maximaal 20 tekens invullen. |
|||
Vasthoud tijd |
0 |
Stelt de houdtijd voor de vertrouwelijke box in. Beschikbaar bereik: 0 tot 31 dagen |
|||
I.D.Code |
(NULL) |
Stelt het wachtwoord voor vertrouwelijke venster in. Registreer alleen een 4-cijferig numeriek nummer. |
|||
Mededelingen venster |
Venster naam |
(NUL) |
Stelt een bulletin vensternaam in. U kunt tot 16 karakters invoeren. |
||
Sub-adres |
(NULL) |
Stelt het sub-adres voor het bulletin venster in. U kunt tot 20 karakters invoeren. |
|||
Wachtwoord |
(NULL) |
Stelt het wachtwoord voor het mededelingenvenster in. U kunt maximaal 20 tekens invullen. |
|||
Verwijder |
Verwijdert een venster voor F-codes. |
||||
Beveiligingsfunctie |
ID Controle Tx |
UIT |
Stelt in of ID-controle verzenden wordt gebruikt. |
||
Zendbestemming |
AAN |
Stelt in of het nummer van de transmissiebestemming wordt getoond, voordat rondsturen wordt gestart. |
|||
Keuze bevestigen |
UIT |
Stelt het faxnummer in van de bestemming die opnieuw ingegeven moet worden voordat een fax verzonden wordt. |
|||
Handmatige invoer |
Inschakelen |
Geeft toestemming voor handmatige invoer. |
|||
Beveilig Ontvangen |
Instelling |
UIT |
Stelt in of een ontvangen fax wordt opgeslagen in het geheugen van deze machine zonder deze onmiddellijk af te drukken. |
||
Wachtwoord |
(NULL) |
Stelt het wachtwoord in dat is ingevoerd wanneer een ontvangen fax geprint wordt dat is opgeslagen in het geheugen van deze machine. |
|||
verwijder na afdruk |
Ja |
Stelt in of een fax verwijderd wordt na het printen. |
|||
Andere Instellingen |
Standaardmodus |
Normaal |
Stelt de standaard beeldscherm van de fax in. |
||
Pogingen nummerherhaling |
2 Keer/keren |
Stelt het aantal pogingen voor nummerherhaling in. Beschikbaar bereik: 0 tot 9 keer |
|||
Herkeuze Interval |
1 minuten |
Stelt de tijd in tussen de nummerherhalingen. Beschikbaar bereik: 0 tot 5 minuten |
|||
Geblokkeerde junk fax |
Instelling |
UIT |
Stelt de modus voor het blokkeren van ongewenste faxen in. |
||
Geregistreerde Lijst |
Registreren/bewerken |
(NUL) |
Adressen voor het blokkeren van junkfaxen registreren/bewerken. Weergave conditie: Om in te stellen [Mode2] of [Mode3], [Admin Setup] > [Other Settings] > [Block Junk Fax] > [Setting]. |
||
Verwijder |
|
Adressen verwijderen bij het blokkeren van ongewenste faxen Weergave conditie: Om in te stellen [Mode2] of [Mode3], [Admin Setup] > [Other Settings] > [Block Junk Fax] > [Setting]. |
|||
Belrespons |
1 keer overgaan |
Stelt het aantal keren rinkelen in dat benodigd is alvorens een inkomende fax wordt ontvangen. |
|||
Duur kiespauze |
2 seconden |
Stelt de pauze van de kiestijd in. Beschikbaar bereik: 0 tot 10 seconden |
|||
Rx Reducering Snelheid |
Automatisch |
Stelt de reductiefactor voor ontvangst in. |
|||
Reduct. Marge |
24 mm (0.9 inch) of 100 mm (3.9 inch) |
Stelt de drempelwaarde van de ontvangstreductie in. Beschikbaar bereik: 0 tot 100 mm (0 tot 3,9 inches) |
|||
ECM Modus |
AAN |
Stelt in of de correctiemodus voor fouten gebruikt wordt. |
|||
Voorvoegsel |
(NULL) |
Stelt het oproep voorvoegsel in. U kunt tot 40 cijfers invoeren. |
|||
Ontvangen tijd markering |
UIT |
Stelt in of de tijdstempel op ontvangen faxen wordt afgedrukt of niet. |
|||
Print Controle Boodschap |
AAN |
Stelt in of de storingsinhoud wordt gemeld als er een transmissiestoring optreedt. |
|||
Duplex |
UIT |
Stelt enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken in voor het afdrukken van ontvangen faxen en de bindpositie voor dubbelzijdig afdrukken. |
|||
Roteren Tx |
AAN |
Stelt in of Roteren Tx ingeschakeld of uitgeschakeld wordt. |
|||
Prioriteit extern station |
Type 1 |
Stelt de prioriteit van informatie voor het externe station in (informatie van de bestemming). Prioriteit (Hoog > Laag) [Type 1 (Type 1)]: Informatie van bestemming > Naam in snelkiesmenu > Telefoonnummer [Type 2 (Type 2)]: Naam in snelkiesmenu > Telefoonnummer |
|||
Fax instelling |
Service Byte |
UIT |
Sommige menu-items worden niet op het paneel weergegeven wanneer deze op UIT is ingesteld. |
||
Landcode |
Internationaal of U.S.A. |
Stelt de landcode in. |
|||
A/R-full print |
AAN |
Bepaalt of de lijst met communicatieresultaten automatisch wordt afgedrukt om de 50 communicaties. |
|||
Dagelijks logboekrapport Tx/Rx |
Instellingen |
UIT |
Schakelt het afdrukken van een dagelijks rapport aan/uit. |
||
Afdruktijd |
0 uur 0 minuten 0 seconden |
Voor het instellen van de datum en tijd voor het afdrukken van het dagelijkse rapport. |
|||
Toon voor echo (voor transmis.) |
Uitschakelen |
Wordt alleen weergegeven als Service Bit is ingesteld op AAN. |
|||
Toon voor echo (voor ontvangst) |
Uitschakelen |
Wordt alleen weergegeven als Service Bit is ingesteld op AAN. |
|||
H/Modem Ratio (Voor Tx) |
33.6 Kbps |
Stelt de standaard transmissiesnelheid van de modemtransmissie in terwijl de machine een fax verzendt. |
|||
H/Modem Ratio (Voor Rx) |
33.6 Kbps |
Stelt de standaardwaarde van de transmissiesnelheid voor de modem in terwijl de printer een fax ontvangt. |
|||
Demper |
10 db, bereik: 0 - 15 dB |
Voer de verzwakker in. Wordt alleen weergegeven als Service Bit is ingesteld op AAN. |
|||
MF Demper |
8 db, bereik: 0 - 15 dB |
Voer de verzwakker van de MF(-toon) in. Wordt alleen weergegeven als Service Bit is ingesteld op AAN. |
|||
Puls Maak Ratio |
40%, Bereik: 33, 39, 40% |
Ingesteld om de snelheid van DP (10 pps) tijdens een gesprek te creëren. Wordt alleen weergegeven, als de servicebit AAN staat en de instelling voor toon/puls PULS is. |
|||
Puls Oproep Type |
N, Bereik: N, 10-N, N+1 |
Stelt het kiespulstype in. Wordt alleen weergegeven, als de servicebit AAN staat en de instelling voor toon/puls PULS is. |
|||
MF (Toon) Duur |
100 mseconden, bereik: 75, 85, 100 mseconden |
Voer de duur van de MF (toon) in. Wordt alleen weergegeven, als de servicebit AAN staan en de instelling voor toon/puls TOON is. |
|||
Oproep timer |
60 mseconden, bereik: 1 - 255 seconden |
Wordt alleen weergegeven als Service Bit is ingesteld op AAN. |
|||
PBX-lijn |
UIT |
Wanneer verbinding wordt gemaakt met PBX (interne uitwisseling), stel deze dan in op [AAN]. |
|||
Doorsturen instelling |
Doorsturen instelling |
UIT |
Stelt in of de faxdoorstuurmodus wordt ingeschakeld of niet. |
||
Doorsturen nummer |
(NULL) |
Stelt een faxnummer in dat wordt gebruikt voor de modus fax doorsturen. |
|||
TAD Modus |
Type 3: |
Stelt een werkingstype in de modus Telefoon/fax klaar in. [Type 3]: Een faxsignaal wordt gedetecteerd binnen 15 seconden bij het beantwoorden door het antwoordapparaat. Normaal, gebruik dit type. [Type 1]: Een faxsignaal wordt gedetecteerd meteen na beantwoording door het antwoordapparaat. Daarna start de ontvangst. Wanneer u enige fax ontvangst problemen heeft, kunnen zij worden verbeterd wanneer dit type is ingesteld. [Type 2]: Een faxsignaal wordt gedetecteerd meteen na beantwoording door het antwoordapparaat. Stelt dit type in als u deze machine gewoonlijk gebruikt als telefoon. |
|||
Telefoonprioriteitsmodus |
UIT |
Stelt in of de externe telefoon en de machine overgaan in de modus Tel/fax klaar. [AAN]: De verzender wordt verondersteld dat hij een telefoon oproep wil maken. De telefoon gaat eerst over. |
|||
CNG detectie |
UIT |
Stelt in of er beoordeeld moet worden of de gebruiker al dan niet een fax verstuurt terwijl de telefoon van de haak is in de modus Tel/fax klaar. |
|||
T/F Timer Programmering |
35 seconden |
Stelt in wanneer de automatische ontvangst van faxen start als de communicatie niet start, zelfs niet nadat er een inkomend gesprek binnenkomt in de modus Tel/fax klaar en de modus Ans/fax klaar. |
|||
Zacht overgaan volume |
Hoog |
Stelt een volume in voor het rinkelen van de telefoon in de modus Tel/fax klaar. |
|||
Extern ontvangen nummer |
UIT |
Stelt een extern schakelnummer in. |