FaxServer-functie
Onderdeel |
Fabrieksinstelling |
Beschrijving |
|
---|---|---|---|
Omgevingsinstellingen |
FaxServer-functie |
UIT |
Stelt in of het scannen naar de faxserver wordt gebruikt. |
Voorvoegsel |
(NULL) |
Stelt de voorvoegsel code voor scannen in naar fax server. |
|
Achtervoegsel |
@faxserver |
Stelt in op achtervoegselcode voor scannen naar faxserver. |
|
Tekst |
UIT |
Stelt in of inhoudstekst moet worden toegevoegd. |
|
Standaard instellingen |
Scanformaat |
Auto |
Stelt het standaard scanformaat in. |
Dichtheid |
0 |
Stelt de standaarddichtheid in. |
|
Resolutie |
Normaal |
Stelt de standaard resolutie in. |
|
Achtergrondverwijdering |
Automatisch |
Stelt de standaardinstelling van de achtergrondverwijdering in. |
|
continue scan |
UIT |
Stelt in of de continu scanmodus standaard wordt gebruikt. |
|
Preview |
UIT |
Stelt de preview van de te verzenden afbeelding in. |
|
Compressie ratio |
Laag |
Selecteert het standaard compressieniveau. |
|
Configureer afkortingen |
01: Handmatig kiezen 02: Snelkeuze Oproep 03: Groep lijst 04: Tx Geschiedenis 05: Scanformaat |
Stelt de afkort knop in voor het [Internet Fax] label. |
|
Veiligheid functie |
Verzending Bestemming |
AAN |
Stelt in of het nummer van de transmissiebestemming wordt getoond, voordat rondsturen wordt gestart. |
Keuze bevestigen |
UIT |
Stelt in of het faxnummer van de transmissiebestemming opnieuw ingevoerd moet worden alvorens te verzenden. |
|
Overige instellingen |
Roteren Tx |
AAN |
Stelt in of Roteren Tx ingeschakeld of uitgeschakeld wordt. |