Instellen van de LDAP-server

Memo

  • Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de LDAP-server en de coderingsinstelling.

  1. Open de Webpagina van deze machine

    Open de web-pagina van deze machine

  2. Log in als de beheerder.

  3. Kies [Admin Setup].

  4. Selecteer [Network] > [LDAP].

  5. Voer het FQDN of IP-adres van de LDAP-server in [LDAP Server (LDAP server)].

    Opmerking

    • Als u [Digest-MD5 (Digest-MD5)] of [Secure Protocol (Beveiligingsprotocol)] bij [Method (Methode)] in stap 9 selecteert, hoeft u geen IP-adres in te voeren maar wel een FDQN. FQDN is een combinatie van een hostnaam en een domeinnaam. (Voorbeeld: Server1.domein1.local)

  6. Voer het poortnummer in van de LDAP-server in [Poortnummer].

  7. Specificeer een time-out waarde om op de zoekresultaten te wachten in [Timeout].

  8. Specificeert een BaseDN voor toegang tot de LDAP-server onder [Search Root].

  9. Selecteer een noodzakelijkeauthenticatiemethode in [Method].

    [Anonymous (Anoniem)]: Verbind de LDAP server met anonieme verificatie.

    [Simple (Eenvoudig)]: Verbind de LDAP server met eenvoudige verificatie.

    [Digest-MD5 (Digest-MD5)]: Verbind de LDAP server met DIgest-MD 5 verificatie.

    [Secure Protocol (Beveilingsprotocol)]: Verbind de LDAP server met beveiligingsprotocol (Kerberos) verificatie.

    Opmerking

    • Selecteert u [Anonymous (Anoniem)], verifieert het apparaat altijd door anonieme verificatie. Als u de LDAP server gebruikt voor de verificatie van de LDAP naam, selecteer dan een andere verificatiemethode voor [Anonymous (Anoniem)].

    Memo

    • Als u [Digest-MD5] selecteert, moet u de DNS-server instellen.

    • Als u [Secure Protocol (Beveiligd protocol)] selecteert, moet u de SNTP-server, DNS-server en de beveiligingsprotocol server instellen.

  10. Als u iets anders dan [Anonymous (Anonymous)] selecteert bij stap 9, geeft u het gebruikers-id en het wachtwoord op waarmee u zich bij de LDAP-server wilt aanmelden.

  11. Selecteer de coderingsmethode in [Encryption].

    [None (Geen)]: Codering is niet uitgevoerd.

    [LDAPS (LDAPS)]: Codering in LDAPS methode is uitgevoerd.

    [STARTTLS (STARTTLS)]: Codering in StartTLS methode is uitgevoerd.

  12. Klik op [Submit].