Witte strepen aan de grenzen tussen kleuren wegwerken (Trapping)

Als er witte of gekleurde strepen tussen overlappende objecten verschijnen, kunt u de trappingfunctie gebruiken om dit weg te werken.

Opmerking

  • Als [Print Mode (Afdrukmodus)] is ingesteld op [Image (Afbeelding)] op de Windows PCL-printerdriver, is deze functie niet beschikbaar.

Voor PCL-printerdriver voor Windows

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.

  3. Klik op [Preferences (Voorkeuren)].

  4. Klik op [Advanced (Geavanceerd)] op het tabblad [Job Options (Taakopties)].

  5. Wijzig [Trapping (Trapping)] naar [Narrow (Smal)] of [Wide (Breed)] volgens het bereik dat u wilt aanpassen. Klik daarna op [OK (OK)].

  6. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK (OK)].

  7. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].

Voor Windows PS-printerdriver (C834/C844/ES8434)

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (File)] menu.

  3. Klik op [Preferences (Voorkeuren)].

  4. Selecteer het tabblad [Job Options (Taakopties)].

  5. Wijzig [Trapping (Trapping)] naar [Narrow (Smal)] of [Wide (Breed)] volgens het bereik dat u wilt aanpassen.

  6. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK (OK)].

  7. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].

Voor Mac PS printerdriver (C834/C844/ES8434)

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].

  3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.

  4. Selecteer [Narrow (Smal)] of [Wide (Breed)] bij [Trapping (Trapping)] in het tabblad [Quality 1 (Kwaliteit 1)] volgens het bereik dat u wilt aanpassen.

  5. Wijzig, indien nodig, andere instellingen en klik op [Print (Afdrukken)].

    Memo

    • Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.

Voor Mac PCL-printerdriver (alleen C824)

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer in het menu [File (File)] de optie [Print (Afdrukken)].

  3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.

  4. Selecteer [Narrow (Smal)] of [Wide (Breed)] bij [Trapping (Trapping)] volgens het bereik dat u wilt aanpassen.

  5. Wijzig, indien nodig, andere instellingen en klik op [Print (Afdrukken)].

    Memo

    • Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.