Gebruik het bedieningspaneel om de kleurschakering naar wens aan te passen.
Om een bleek gedeelte (highlight), midtoongedeelte (midtoon) of donker gedeelte (donker) van elke kleur te specificeren of donkerder of lichter te maken.
-
Druk op de «Fn (Fn)»-toets.
Memo
-
Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om de printer uit deze stand te halen.
-
-
Druk op de toetsen «3», «0» en «2» op het numerieke toetsenbord en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
-
Zorg ervoor dat [Execute (Uitvoeren)] is geselecteerd en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
Memo
-
Op het kleurafstemmingspatroon zijn 44 vierkanten afgedrukt. De huidige instelling van de lichte kleuren, donkere kleuren en kleuren met een gemiddelde dichtheid wordt aangeduid met stippellijnen. U kunt de kleur aanpassen.
-
-
Druk op de scrolknop
om [Calibration (Kalibratie)] te selecteren en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
-
Druk op de scrolknop
om [Cyan Tuning (Tuning cyaan)], [Magenta Tuning (Tuning magenta)], [Yellow Tuning (Tuning geel)] of [Black Tuning (Tuning zwart)] te selecteren en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
-
Druk op de scrolknop
om [Highlight (Licht)], [Mid-Tone (Midden)] of [Dark (Donker)] te selecteren en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
-
Druk op
of
, selecteer de gewenste waarde en druk vervolgens op de knop «ENTER (ENTER)».
-
Druk op de knop «ON LINE (ONLINE)» om de menumodus te verlaten.
-
Starten met afdrukken.
Herhaal de procedure totdat de kleurtint aan uw wensen voldoet.