Toegangscontrole verwijst naar de functie waarmee geverifieerde gebruikers beperkte bewerkingen kunnen gebruiken.
Verificatie is vereist, voordat u het apparaat gebruikt. Informatie die nodig is voor de verificatie van de gebruiker zijn de volgende: gebruikersnaam en wachtwoord, PIN (persoonlijke identificatienummer) en IC-kaart.
De beheerder van het apparaat moet informatie over de gebruiker registreren, verificatiemethode instellen en toegangscontrole inschakelen zodat de toegangscontrole functie kan worden gebruikt.
Gebruik voor het voorbereidingsproces de functie toegangscontrole, zie "Voorbereiding (Voor Beheerder)".
Wanneer de functie voor toegangsbeheer is ingeschakeld, wordt met een druk op de knop of
het scherm voor de selectie van de authenticatiemethoden weergegeven.
Memo
-
Om IC-kaartverificatie te gebruiken, is er een verbinding met een IC-kaartlezer vereist.
-
De IC-kaart is afzonderlijk verkrijgbaar. TWN4 MIFARE NFC versie P van Eratec wordt aanbevolen.
Opmerking
Als er geen bediening mogelijk is nadat u bent geverifieerd, vraag dan bij uw beheerder of u gemachtigd bent om de bediening uit te voeren.