Problemen met Scannen naar e-mail

Punt van controle

Oplossing

Referentie

Hebt u de LAN-kabel aangesloten, nadat u de machine hebt ingeschakeld?

Schakel het apparaat uit. Sluit de LAN-kabel aan, voordat u de printer aanzet.

Apparaat uitschakelen

Is het e-mailadres van de machine ingesteld?

Stel het e-mailadres van de machine in.

Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt

Is het ingevoerde e-mailadres correct?

Voer het juiste e-mailadres in.

Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt

Is het SMTP-serveradres juist?

Controleer de SMTP-serverinstelling.

Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt

Is het POP3-serveradres juist?

Controleer de POP3-serverinstelling.

Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt

Is het DNS-serveradres juist?

Controleer de DNS-serverinstelling.

Eenvoudige instelling

Is er een andere opdracht aan de gang?

Wacht totdat de andere opdracht is voltooid.

-

Is er een fout opgetreden?

Volg de instructies op het scherm van de machine.

Fout Meldingenlijst

De netwerkverbinding-instelling is verkeerd.

  • Om verbinding te maken met een bedraad netwerk, stel [Wired (Bedraad)] voor de verbinding met het netwerk in op [Enable (Inschakelen).

  • [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))] en [Wireless(AP Mode) (Draadloos (AP Modus))] kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.

  • Om verbinding te maken met behulp van [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))], stel [Wireless(AP Mode) (Draadloos (AP Modus)) ] in op [Disable (Uitschakelen)], en stel vervolgens [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))] in op [Enable (Inschakelen)].

  • Om verbinding te maken met behulp van [Wireless(AP Mode) (Draadloos (AP Modus))], stel [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))] in op [Disable (Uitschakelen)], en stel vervolgens [Wireless(AP Mode) (Draadloos (AP Modus))] in op [Enable (Inschakelen)].

Een LAN-kabel/USB-kabel aansluiten

Aansluiten met een draadloze LAN (alleen wanneer de draadloze LAN-module is gemonteerd)

Niet verbonden met een draadloos toegangspunt.

  • Controleer of de schakelaar van het draadloze toegangspunt aan staat.

  • Controleer de instellingen voor het draadloze toegangspunt en voer vervolgens de handmatige of automatische instellingen opnieuw uit.

  • Start de functie voor een draadloze LAN-verbinding opnieuw.

  • Druk op het aanraakscherm op [Device Settings (Apparaatinstelling.)] en selecteer achtereenvolgens [Admin Setup (Beheerderinst.)] > [Network Menu (Menu Netwerk)] > [Network Setup (Netwerksetup)] > [Wireless (Infrastructure) Setting (Instelling Draadloos (infrastructuur))]. Selecteer vervolgens [Wireless reconnection (Draadloze reconnectie)].

Aansluiten met een draadloze LAN (alleen wanneer de draadloze LAN-module is gemonteerd)