Kleurkoppeling in printerstuurprogramma gebruiken

Kleurkoppeling betekent dat u kleur van documenten beheert en aanpast om ervoor te zorgen dat er kleurconsistentie is tussen invoer- en uitvoerapparaten.

In deze sectie wordt de functie Kleurkoppeling van het printerstuurprogramma beschreven.

  • Automatisch:

    Kleurkoppeling wordt toegepast volgens het document. Gebruik deze instelling doorgaans als een standaardinstelling.

  • Officekleur:

    Gebruik deze instelling wanneer u bedrijfsdocumenten met tekstverwerkingsprogramma’s, spreadsheetprogramma’s of presentatieprogramma’s afdrukt. Kleurkoppeling wordt toegepast door afdrukgegevens in de RGB-kleurruimte te converteren naar de CMYK-kleurruimte van de printer.

  • Graphic Pro:

    Deze functie is geschikt voor het gebruik van DTP-software. U kunt de simulatie van het afdrukken met CMYK-uitvoerapparaten instellen.

  • Geen kleurkoppeling:

    Deze functie is geschikt als de kleurkoppeling met een programma wordt uitgevoerd.

Als u Mac OS X gebruikt, kunt u ook de functie [ColorSync (ColorSync)] gebruiken om een kleurkoppeling uit te voeren.

Opmerking

  • Als u CMYK-kleurgegevens wilt beheren, gebruikt u de functie Graphic Pro.

  • Er kunnen geen koppelingsprofielen voor CMYK worden opgegeven met de PCL-driver voor Windows.

Voor PCL-printerdriver voor Windows

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].

  3. Klik op [Preferences (Voorkeuren)].

  4. Selecteer [Color (Kleur)] bij [Color Setting (Kleurinstelling)] op het tabblad [Setup (Setup)].

  5. Klik op [Detail... (Detail...)] in [Color Setting (Kleurinstelling)].

  6. Selecteer een item en klik vervolgens op [OK (OK)].

  7. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK (OK)].

  8. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].

Voor PS-printerdriver voor Windows

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].

  3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].

  4. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)].

  5. Selecteer een item en klik vervolgens op [OK (OK)].

  6. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK (OK)].

  7. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].

Voor Mac OS X

  1. Open het af te drukken bestand.

  2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].

  3. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)].

  4. Selecteer een optie bij [Color (Kleur)].

  5. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [Print (Afdrukken)].

Memo

Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster, klikt u op [Show Details (Toon details)] onder in het dialoogvenster.