Instellen [Enabling Default Gateway (Standaardgateway inschakelen)]

Om een bedraad LAN en draadloos LAN tegelijkertijd te gebruiken, kunnen alleen interfaces waarvan de standaard gateway is ingeschakeld communiceren met apparaten buiten het segment.

Stel alleen in bij communicatie met het apparaat buiten het segment.

Memo

[Enabling Default Gateway (Standaardgateway inschakelen)] staat standaard ingesteld op [Wired (Verbonden)]. Als het apparaat via een LAN-kabel met het netwerk is verbonden, hebt u deze handeling niet nodig.

  1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.

  2. Druk op [Device Settings (Apparaatinstelling.)] boven in het beginscherm.

  3. Druk op []en druk op [Admin Setup (Beheerderinst.)].

  4. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)].

    Memo

    De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en "999999". Als het beheerderswachtwoord is gewijzigd in Eenvoudige instelling, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.

  5. Druk op het aanmeldscherm voor de beheerder op [OK (OK)].

  6. Druk op [Network Menu (Menu Netwerk)].

  7. Druk op [Network Setup (Netwerksetup)].

  8. Druk op [Network Setting (Netwerkinstelling)].

  9. Druk op [Enabling Default Gateway (Standaardgateway inschakelen)].

    [Enabling Default Gateway (Standaardgateway inschakelen)] staat standaard ingesteld op [Wireless(Infrastructure) (Draadloos(infrastructuur))].

    Memo

    Door op [Enabling Default Gateway (Standaardgateway inschakelen)] te drukken, wijzigt u tussen [Wired (Verbonden)] en [Wireless(Infrastructure) (Draadloos(infrastructuur))].

  10. Druk op [Back (Terug)] tot het beginscherm wordt weergegeven.