Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar.
Papier blijft vaak steken. Meerdere vellen papier worden tegelijk de printer ingetrokken. Papier wordt ingetrokken onder een hoek.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
De machine helt over. |
Plaats de machine op een vlakke ondergrond. |
- |
Het papier is te licht of te zwaar. |
Het papier is te licht of te zwaar. Gebruik het geschikte papier voor de machine. |
|
Het papier is vochtig of heeft een statische lading. |
Gebruik papier dat werd bewaard bij de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad. |
|
Het papier is gekreukeld, gevouwen of gekruld. |
Gebruik het geschikte papier voor de machine. Zorg dat het papier niet gekruld is. |
|
De achterkant van het document wordt afgedrukt. |
Papier dat eenmaal is afgedrukt kan niet in lade 1 en lade 2/3 worden gebruikt. Plaats het papier in de MP-lade voor het afdrukken. |
- |
De papierranden zijn niet uitgelijnd. |
Waaier de stapel papier goed en lijn dan de papierranden uit. |
|
Er bevindt zich slechts één vel papier in de cassette. |
Plaats meerdere vellen papier. |
- |
U heeft nieuw papier geplaatst bovenop het papier dat al in de lade zat. |
Verwijder het reeds geplaatste papier, laad het bovenop het nieuwe papier en lijn dan alle papierranden uit. |
|
Papier wordt geplaatst in een hoek. |
Pas voor lade 1 en lade 2/3 de papiergeleider en de papierstopper aan het papier aan. Pas voor de MP-lade de handmatige papierinvoer-geleider aan het papier aan. |
|
Enveloppen worden in de verkeerde richting geplaatst. |
Plaats de enveloppen op een correcte manier. |
|
Papier, enveloppen of labels waarvan het gewicht 221 tot 256 g/m is2(56 tot 95 lb), wordt geplaatst in lade 1 en lade 2/3. |
Plaats het papier, de enveloppen of labels waarvan het gewicht ligt tussen 221 en 256 g/m2(56 tot 95 lb) in de universele MP lade. |
|
De achterste uitvoerlade zit niet goed dicht. |
Sluit de achterste uitvoerlade goed. |
Papier wordt niet ingevoerd.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
De [Paper Feeding Source] instelling op de printer driver is verkeerd gespecificeerd. |
Controleer de papierlade en selecteer dan de juiste lade in [Papierinvoer-bron] in de printerdriver. |
- |
De handmatige invoer werd opgegeven op de printerdriver. |
Plaats papier in de MP-lade en selecteer vervolgens [Opnieuw opstarten] op het bedieningspaneel. Schakel anders de instelling [Gebruik MP-lade als handmatige invoer] uit op de printerdriver. |
Papier wordt niet vanuit lade 2/3 (optioneel) ingevoerd.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
Lade 2/3 is niet met het printerstuurprogramma ingesteld. |
Stel lade 2/3 met het printerstuurprogramma in. |
Zelfs als vastgelopen papier os verwijderd, doet het apparaat het nog niet.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
Het apparaat begint pas af te drukken wanneer de uitvoerlade wordt geopend en gesloten. |
Open en sluit de uitvoerlade. |
Het papier is gekruld. Papier is verfomfaaid.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
Het papier is vochtig of heeft een statische lading. |
Gebruik papier dat werd bewaard bij de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad. |
|
Het papier is licht. |
Druk op het aanraakscherm op [Device Settings (Apparaatinstelling.)], selecteer [Paper Setup (Papierinstellingen)] > [(tray name (naam lade))] > [Media Weight (Papiergewicht)] en geef dan een lager gewicht op. |
Het papier wikkelt zich rond de rollen in de fuser.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
De papiergewicht- en papiersoortinstellingen zijn niet juist. |
Druk op het aanraakscherm op [Device Settings (Apparaatinstelling.)], selecteer [Paper Setup (Papierinstellingen)] > [(tray name (naam lade))] > [Media Type (Mediatype)]/[Media Weight (Papiergewicht)] en geef vervolgens de gepaste waarden op. Geef anders een zwaarder gewicht op in [Mediagewicht]. |
|
Het papier is licht. |
Gebruik zwaarder papier. |
|
De voorste papierrand is bijna volledig opgevuld. |
Voeg een marge in in de voorste papierrand. Voer ook een marge in in de onderste papierrand voor dubbelzijdig afdrukken. |
- |
Het papier wikkelt zich rond de rollen in de band.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
Papier is te licht of te dun. |
Gebruik zwaarder papier. |
- |
Een hoek van het papier is omgevouwen (omgevouwen rand).
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
Het papier is gekruld. |
Gebruik papier bewaard bij een juiste temperatuur en bij juiste vochtigheidscondities. |
Het papier schittert bij het afdrukken op enveloppen.
Reden |
Oplossing |
Referentie |
---|---|---|
De enveloppenhendel is niet bevestigd. |
Bevestig de enveloppenhendel. |
|
Het papier is vochtig. |
Gebruik papier dat werd bewaard bij de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad. |
|
De machine print wanneer de temperatuur en vochtigheid waarden hoog zijn. |
Stel [High Humid Mode (Hoge vochtigheidsmodus)] van [User Install (Gebruikersinstallatie)] op een waarde van [Mode0 (Modus0)] tot en met [Mode5 (Modus5)] in onder [Admin Setup (Beheerderinst.)]. |
|
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen |
Laad de envelop met de slag (voor het lijmen) op de printer zijde en zet dan de tegengestelde pagina-oriëntatie (180°) op de print voorkeuren. |